Laurentius Ziekenhuis Oogheelkunde in Roermond

Wat doet de oogarts?

De oogarts houdt zich bezig met alle oogaandoeningen, van bij- en verziendheid tot scheelzien, van overhangende oogleden tot infecties aan het oog. De meest voorkomende oogaandoeningen zijn cataract (staar), glaucoom (verhoogde oogboldruk), oogproblemen als gevolg van diabetes en maculadegeneratie (slijtageproces van het centrale gedeelte van het netvlies).

Oogheelkunde in Laurentius

In het Laurentius Ziekenhuis bestaat de maatschap Oogheelkunde uit vier oogartsen. Zij leveren alle vormen van oogzorg op een hoog niveau mede dankzij professionele ondersteuning. Tijdens de spreekuren wordt dit gedaan door vier technisch oogheelkundige assistenten (TOA’s). De TOA’s doen het vooronderzoek, zoals het meten van de oogdruk, het bepalen van de gezichtsscherpte enz. Drie orthoptisten onderzoeken en behandelen tijdens hun eigen spreekuur oogafwijkingen zoals scheelzien en een lui oog. Ze behandelen vooral kinderen, maar ook volwassenen. Zij werken in overleg en samen met de oogartsen, die op indicatie de operatieve behandelingen verrichten.

Ontwikkelingen

De ontwikkeling van de oogheelkunde heeft de laatste vijfentwintig jaar niet stilgestaan. Tegenwoordig kunnen met behulp van fluorescentie-angiografie de bloedvaten en andere structuren van het netvlies in het oog beter bekeken worden. De medisch fotograaf maakt foto’s van de binnenkant van het oog. Door de kleurstof, die de oogarts in een bloedvat in de arm inspuit, worden afwijkingen goed zichtbaar op de foto’s. Zonder fluorescentie-angiografie is het vaak niet mogelijk om een exacte diagnose te stellen.
Een ander voorbeeld die de ontwikkeling binnen de oogheelkunde laat zien, is de cataractoperatie, waarbij de troebele lens wordt vervangen door een kunstlens. Deze operatie vindt tegenwoordig in dagverpleging plaats. De patiënten ondergaan de operatie in een ‘operatiestoel’ en ongeveer vier uur later mogen ze weer naar huis.
Ook is de kwaliteit van de kunstlens sterk verbeterd. Sinds één jaar kunnen patiënten kiezen voor multifocale lensimplantatie. Zij hoeven dan postoperatief geen bril meer.
De oogartsen bieden een breed palet aan refractiechirurgie aan in samenwerking met het Lasik Centrum. Dit is een operatietechniek waarbij door middel van laserapparatuur en operatieve ingrepen bijziendheid en verziendheid kan worden behandeld. Hierdoor hoeven de patiënten na de behandeling geen bril of contactlenzen meer te dragen.

In de westerse wereld, en dus ook in Nederland is LMD (leeftijdsgebonden maculadegeneratie) de belangrijkste oorzaak van een blijvende achteruitgang van het gezichtsvermogen bij mensen boven de 65 jaar. LMD is een aandoening van het centrale gedeelte van het netvlies (macula). Het netvlies is de lichtgevoelige laag van het oog en zorgt voor het waarnemen van kleine details. Dit wordt mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van contrast- en kleurziencellen (kegeltjes). Het afsterven van de kegeltjes wordt maculadegeneratie genoemd. Hierdoor verdwijnt het scherp zien en er blijft midden in het beeld een vlek achter. Met laserbehandelingen in combinatie met een intraveneus toegediend medicijn kan de achteruitgang gestopt of vertraagd worden. Dit is maar in een beperkt aantal gevallen in een vroeg stadium mogelijk. Momenteel worden er medicijnen getest die in het oog gespoten worden, waardoor de degeneratie vertraagt of stopt. Deze ontwikkeling wordt op de voet gevolgd door de oogartsen in het Laurentius Ziekenhuis.